Waarom een nieuwe generatie Eurocodes?

door Jacques Linssen – Cement

Europa is hard op weg naar een nieuwe generatie Eurocodes. Waarom zijn die eigenlijk nodig? En welke rol speelt Nederland bij die ontwikkeling? We vroegen het aan prof. Simon Wijte (TU Eindhoven / Adviesbureau ir. J.G. Hageman) en Maurice Hermens (Royal HaskoningDHV). Beiden zijn spreker op het Symposium Eurocodes, dat VNconstructers organiseert in samenwerking met NEN.

De huidige generaties Eurocodes zijn in Nederland officieel van kracht sinds 2012. Dat moment vormde een sluitstuk van een periode die al eind jaren 70 is ingezet. De huidige revisie, die ook al weer een jaar of acht in voorbereiding is, past in een trend die eigenlijk al een eeuw gaande is: ongeveer iedere 10 à 15 jaar worden constructieve normen herzien. Alleen al vanuit dat oogpunt is een revisie logisch. Simon Wijte bevestigt dat: “We hebben te maken met voortschrijdend inzicht, zeker als je bedenkt dat de laatste herziening – van de TGB naar de Eurocode – een zeer ingrijpende was. De huidige generatie Eurocodes is al vanaf 2005 beschikbaar en wordt ook al vanaf die tijd in een aantal landen gebruikt. We hebben inmiddels een hoop nieuwe informatie waar we wat mee moeten. Bovendien vinden er nieuwe ontwikkelingen plaats, bijvoorbeeld op het gebied van materialen.”

Harmonisatie
Een van de doelen van de revisie is een betere harmonisatie. Wijte: “We hebben in Europa nu weliswaar een en dezelfde serie Eurocodes. Maar via nationale bijlagen kunnen diverse landen nog een behoorlijk deel zelf invullen. Een beperkte nationale invulling blijft wel noodzakelijk. Bijvoorbeeld omdat de klimatologische omstandigheden over Europa fors verschillen. Ook het veiligheidsniveau is iets dat landen zelf moeten kunnen invullen. Dat is eerder een politieke aangelegenheid, dus het is heel lastig daar eenduidigheid in te krijgen. Wel moet de methode hoe je van een veiligheidsniveau naar een bepaalde eis komt eenduidig zijn.”

Hoewel nationale bijlagen voorlopig dus nog een belangrijke rol zullen spelen, is het wel het doel de mate waarin landen zelf regels kunnen bepalen en het aantal nationaal bepaalde parameters sterk te verminderen. Wijte: “Het is een behoorlijk moeizaam proces. Veel zaken zijn niet zwart-wit maar vaak ook een kwestie van smaak. Maar de lat ligt hoog. We moeten iets neerleggen waar we weer 10 tot 15 jaar mee verder kunnen.”

“We hebben nu één norm voor het berekenen van een dakkapel en een hoogbouw van 200 m”

Die herziening gaat voor een deel over de inhoud. Zo komen er meer mogelijkheden om niet-lineair te rekenen en zal robuustheid een grotere rol gaan spelen. Maar ook op redactioneel gebied vraagt de herziening de nodige aandacht. Wijte: “In de Engelstalige versies van de normen is er bijvoorbeeld een verschil tussen shallen should. Dit vindt zijn oorsprong in het minder dwingende karakter van de Engelse normen, die eerder worden gezien als code of practice. In de Nederlandse vertaling komt dit tot uiting in het gebruik van moet en behoort. In de nationale bijlagen is echter gesteld dat waar behoort is geschreven, ‘moet’ moet worden gelezen. Dit soort omslachtigheden zou niet meer nodig moeten zijn. Daarnaast worden bijvoorbeeld symbolen niet allemaal consequent in de diverse delen van de Eurocode gebruikt.”

Ease of use
Misschien wel het belangrijkste doel van de revisie van de Eurocodes is het verbeteren van het gebruiksgemak, ofwel ease of use. Als normen te complex zijn, is de kans op fouten groter. Ook gaat het inzicht verloren. Daarom zou het mooi zijn als de omvang wordt gereduceerd. Maurice Hermens beaamt dat vanuit het belang van de constructeur. “Om een simpele dakkapel uit te rekenen zoek je je wezenloos. Je wordt van het ene artikel naar het andere verwezen. Eurocodes zijn dan ook geen ´kookboek´ waarin van A tot Z wordt beschreven hoe je een constructie uitrekent. Dit is het gevolg van het feit dat we één norm hebben voor heel eenvoudige constructies, maar waarmee je ook een Zalmhaventoren uit moet kunnen rekenen.”

Het streven in de huidige revisie is regels te schrappen die weinig nut hebben. Maar je moet volgens Hermens voorkomen dat regels te eenvoudig worden: “Vereenvoudiging betekent doorgaans een conservatieve benadering. Dat leidt tot vaak onnodig dure constructies. Bovendien kun je je afvragen of het extra werk dat een constructeur moet uitvoeren voor een meer nauwkeurige berekening zich niet dubbel en dwars terugverdient met de besparing die dat kan opleveren. Het gaat er dus om de juiste balans te vinden.”

Er zijn ideeën om anders met normen om te gaan, door verschillende categorieën in het leven te roepen. Eenvoudige, snelle berekeningen voor eenvoudige constructies, zeg maar een soort Eurocode light. En meer nauwkeurige berekeningen voor complexe constructies. Maar dit zijn ideeën voor de toekomst die zeker in de eerstkomende revisie nog geen beslag zullen krijgen. Het is überhaupt de vraag of het er ooit van gaat komen.

Wijte benadrukt dat we moeten voorkomen dat we zaken te nauwkeurig willen uitreken. Vaak is dat helemaal niet realistisch. “Normen zijn een gereedschap en geen wetenschappelijke documenten. Met het aantal belastingsgevallen of het veiligheidsniveau kun je bijvoorbeeld pragmatisch omgaan We moeten ons realiseren dat de ongelukken en schades die in de bouw gebeuren niet liggen aan een te laag veiligheidsniveau in de norm. Ze zijn veelal het gevolg van menselijke fouten. Dat los je niet op door iets nog nauwkeuriger te berekenen of een partiële factor met een tiende te verhogen.”
Hermens: “Het is inderdaad veel belangrijker om een goed constructief ontwerp te maken, dat niet gevoelig is voor kleine afwijkingen, fouten of vergissingen.”

Inbreng Nederland
Simon Wijte is lid van CEN-commissies TC250/SC2 en SC2/WG1 en daarmee nauw betrokken bij de herziening van Eurocode 2. Hij ziet dat als je goede argumenten hebt, er wel degelijk naar je wordt geluisterd. In Nederland zijn de constructeurs tegenwoordig meer betrokken bij de ontwikkeling en het onderhoud van de normen. Via enkele vertegenwoordigingen van VNcontructeurs komt de stem van de beroepsgroep tot uiting in diverse normcommissies. Dat is volgens Hermens, zelf lid van TGB Basiseisen en belastingen, erg belangrijk. “Zo worden onze belangen meegenomen. Maar misschien nog wel een belangrijkere reden om bij de ontwikkeling betrokken te zijn, is het opdoen van kennis. Onze constructeurs moeten de achtergronden van de normen kennen. Pas dan weten ze wat het toepassingsgebied van bepaalde regels zijn en kunnen ze ze echt goed toepassen. Ook in situaties waarvoor de regels oorspronkelijk misschien niet helemaal zijn bedoeld. Door deel te nemen aan commissies doen we die kennis op die we vervolgens weer delen met onze achterban.”

De revisie is een flinke klus, maar zowel Wijte als Hermens zien de nieuwe generatie Eurocodes met vertrouwen tegemoet. Wanneer de nieuwe versies het licht gaan zien, is nog niet bekend. Het streven was 2020, maar vanwege het omvangrijke pakket van normen en de onderlinge verbanden gaat dat niet lukken. 2023 is een reëlere schatting.

21 november: Symposium Eurocodes
De nieuwe Eurocodes lijken nog ver weg, maar het is zaak om u er tijdig over te laten informeren en op voor te bereiden. Wat betekenen de nieuwe Eurocodes in de praktijk van de constructeur? Dit is het onderwerp van een symposium dat VNconstructeurs en NEN organiseren op 21 november.

Lees hier alles en schrijf u direct in.

Deel deze pagina

Scroll naar boven