Boeiende bijeenkomsten over brand en kanaalplaten

door Johan Galjaard

 

Op initiatief van VNconstructeurs en de BFBN zijn de afgelopen weken een viertal rondetafelgesprekken georganiseerd tussen constructeurs en prefab-leveranciers. De aanleiding voor de gesprekken was de onrust die er onder constructeurs was ontstaan over het gedrag van kanaalplaten bij brand.

In vervolg op een brand in een parkeergarage in de Rotterdamse Lloydstraat in 2007 heeft de prefab- industrie onderzoek laten uitvoeren naar dit gedrag. Dit resulteerde in 2009 in een eerste brief van de BFBN met aanwijzingen hoe schade aan kanaalplaten als gevolg van brand te voorkomen. Het voortzetten van het onderzoek leidde in 2011 tot een tweede brief met een aantal aanwijzingen die op belangrijke onderdelen afweken van de eerste brief. Dit leidde tot veel onrust onder de constructeurs. Wat moesten zij nu aanhouden? En hoe zeker waren nu de aanwijzingen van de tweede brief?

In het novembernummer van Cement publiceerden enkele constructeurs, gesteund door een aantal ingenieursbureaus, een kritische brief met een aantal vragen.

VNconstructeurs heeft daarop het initiatief genomen om constructeurs en prefab leveranciers met elkaar in gesprek te brengen. Tijdens vier rondetafelgesprekken werd een toelichting gegeven op de onderzoeken door de leveranciers, en konden de constructeurs hun vragen stellen. In de daarop volgende discussies kon ieder zijn mening geven, en werd begrip gekweekt voor elkaars standpunten.

De avonden begonnen met een inleiding door Ronald Klein Holte van VBI. Hij gaf een toelichting hoe de resultaten van het onderzoek tot stand waren gekomen. De eerste brief van BFBN was vrij snel na het eerste onderzoek verzonden. Als eerste maatregelen werden vooral aangegeven om de toplaagdikte te beperken, en om de wapening in de toplaag in langsrichting boven het steunpunt te beperken. Hierna is het onderzoek verder doorgezet. Het verzamelen en beoordelen van bestaande brandproeven, numeriek onderzoek en het uitvoeren van enkele verkennende brandproeven op losse doorsneden, leidde tot de conclusie dat met name de verhindering van uitzetting in dwarsrichting als gevolg van aan dikke toplaag een belangrijke oorzaak voor schade was.

De belangrijkste aanwijzingen uit de tweede brief zijn dan ook het beperken van de toplaagdikte tot 50 mm in het midden van de overspanning (behoudens gevolgklasse 1) en het uitvoeren van een dwarskrachtcontrole volgens annex G van de EN 1168/A3. Er wordt met nadruk over een toplaagdikte gesproken. Dit is de dikte van de constructieve druklaag opgeteld bij de dikte van de aanhechtende cementgebonden druklaag (in het midden van de overspanning). Bij een lage sterkte van de afwerklaag mag deze dikte gereduceerd worden, en indien deze wordt onthecht hoeft ze uiteraard niet in rekening te worden gebracht.

Indien een grotere toplaagdikte wordt toegepast moeten aanvullende maatregelen worden genomen: hetzij brandwerend bekleden, hetzij aantonen middels een tweede draagweg of een risicoanalyse dat de constructie op andere manieren voldoende veilig is.

Na deze toelichting gaf Jan Kraak namens de Rijksgebouwendienst een korte presentatie, waarin hij vooral de vraag wilde stellen of constructeurs met de nu voorgestelde maatregelen verzekerd zijn van een brandveilig ontwerp.

In de diverse discussies zijn een aantal vragen en thema’s besproken.

De beperking van de toplaagdikte tot 50 mm is gebaseerd op het onderzoek dat tot op heden is uitgevoerd. Hierbij zijn tientallen bestaande brandproeven geanalyseerd, en op basis van deze proeven kan met zekerheid worden gesteld dat 50 mm een veilige dikte is. Er zijn in het verleden geen brandproeven met een grotere toplaagdikte uitgevoerd. De kanaalplaatindustrie wil dit vervolgonderzoek nu wel met grotere toplaagdikten gaan oppakken. Misschien dat op basis van nader onderzoek later dan ook grotere toplaagdikten verantwoord toegepast kunnen worden.

De constructeurs vragen de BFBN nadrukkelijk om meer informatie over totstandkoming van het advies. Misschien dat de onderzoekers hun resultaten zouden kunnen publiceren en uitleg kunnen geven hoe zij tot hun aanbevelingen zijn gekomen.

De constructeurs denken verschillend over de toepasbaarheid van de beperking tot 50 mm toplaagdikte in de praktijk. Er wordt op gewezen dat vanuit schijfwerking vaak al dikkere druklagen gewenst zijn, en bovendien worden vaak ook leidingen ingestort die extra dikte vragen. Maar aan de andere kant zijn de meeste constructeurs het er ook over eens dat de toepassing van kanaalplaatvloeren in een situatie met grote schijfkrachten in een druklaag misschien wel niet zo gewenst is. In zo’n situatie zou men ook een andere meer monoliete vloerconstructie kunnen overwegen.

In de gesprekken kwam ook naar voren dat bouwtoezicht vooralsnog wisselend omgaat met de brief van BFBN. Soms geeft bouwtoezicht goedkeuring mits aan de richtlijnen wordt voldaan. Anderen geven geen oordeel, maar verwijzen de opdrachtgever ter informatie naar de brief.

Formeel is deze brief geen regelgeving. Inmiddels is de actie ingezet door de prefab industrie om de aanwijzingen uit de brief te laten verwerken in een BRL, waarna het onderdeel van een attest kan worden. Daarmee zal dan binnenkort dit probleem opgelost zijn.

De brandproeven die nu zijn gedaan, zijn gedaan met een klein stuk dwarsdoorsnede van een kanaalplaat. In alle gesprekken is een uitgebreide discussie gevoerd in hoeverre het testen van een kleine doorsnede iets zegt over de uiteindelijke brandveiligheid van een vloerconstructie die onderdeel uitmaakt van een geheel gebouw. Wanneer een hele vloer wordt beschouwd zijn er waarschijnlijk heel andere mechanismen mogelijk die de vloer voldoende draagkracht en brandscheidend vermogen blijven geven. Bij de brand in de Lloydstraat is de vloer, hoewel van het gedeelte boven de brandhaard de complete onderflens met de bijbehorende voorspanwapening er af gevallen was, in tact gebleven en heeft beide functies weten te handhaven. Maar de aanwezigen waren het er wel over eens dat het aantonen van de brandveiligheid op een dergelijke manier (ander mechanisme, tweede draagweg) erg lastig is.

Wel waren de aanwezigen van mening dat het onderwerp nu te eenzijdig belicht was vanuit een klein stukje doorsnede. Er waren ook geen constructeurs uit de dagelijkse praktijk betrokken bij het opstellen van deze richtlijnen. De aanwezigen zagen hierin een rol voor VNconstructeurs om een opinie te vormen hoe met brandveiligheid om te gaan vanuit de rol van constructeur. Tevens zou de beroepsgroep veel meer moeten meedenken bij het tot stand komen van richtlijnen, normen en regelgeving. VNconstructeurs zal dit oppakken.

Bestaande bouw was ook een belangrijk discussiepunt. Er worden nu geen maatregelen voorgeschreven voor bestaande bouw. Hoewel voor bestaande bouw (NEN 8700 serie) een andere betrouwbaarheidsindex en andere veiligheidsfactoren van toepassing zijn, is hiermee niet zonder meer gezegd dat niet naar bestaande bouw moet worden gekeken. Binnen de RGD wordt op dit moment nagedacht of en hoe zij haar gebouwbezit op deze problematiek wil toetsen.

Tenslotte bleek voor alle aanwezigen de aanwijzing om een risicoanalyse uit te voeren om de brandveiligheid aan te tonen (zoals overigens in de Eurocode als mogelijkheid wordt vermeld), een volkomen ongrijpbaar begrip. Er zijn geen duidelijke richtlijnen waar zo’n analyse aan zou moeten voldoen en hoe deze opgezet zou moeten worden. Enkele van de aanwezigen hadden wel eens iets in deze richting gedaan, maar ieder op zijn eigen manier. Hier ligt duidelijk een lacune in kennis en in hulpmiddelen. Een actiepunt voor VNconstructeurs en voor de markt om hier invulling aan te gaan geven.

Samenvattend waren het vier boeiende bijeenkomsten. Constructeurs en prefab industrie hebben meer kennis en begrip gekregen van elkaars standpunten, en weten elkaar nu ook bij vragen beter te vinden. Op deze wijze is bij beide groepen wat meer draagvlak ontstaan voor de voorgestelde ontwerpmaatregelen. Zodat kanaalplaatvloeren weer met het volle vertrouwen door constructeurs in hun ontwerpen toegepast kunnen worden.

Ir. Johan Galjaard
voorzitter VNconstructeurs

Deel deze pagina

Scroll naar boven