door Frank Meijer – Pieters Bouwtechniek
In het complete bouwproces is de constructeur een belangrijke schakel, maar hoe bezien de andere partijen in de bouw de constructeur? In het tweede interview uit deze serie “Constructeur door de ogen van…” spraken we met Gerard Comello, projectontwikkelaar. “Een constructeur kan op slimme wijze met praktische ingrepen toch een transformatie mogelijk maken.” Een kijkje op ons vak vanuit een andere invalshoek.
Gerard Comello is afgestudeerd op de faculteit Bouwkunde te Delft in 1988 en heeft daarna 8 jaar ervaring op gedaan als architect in de bouwwereld. In 1996 heeft Gerard een switch gemaakt naar de kant van opdrachtgeverschap omdat vooral de breedte van het bouw- c.q. ontwikkelingsproces hem erg aansprak. Sinds enige tijd is hij partner bij Lingotto in Amsterdam. Zij richten zich vooral op transformaties en herontwikkelingen van bestaande gebouwen en locaties in de stedelijke context. Toepasselijk detail: het kantoor is gehuisvest in De Kauwgomballenfabriek in Amsterdam.
Als ontwikkelaar heeft hij uiteraard meerdere keren een constructeur geselecteerd. Daarbij wordt vaak een voorselectie gemaakt afhankelijk van de projectgebonden vraagstelling op dat moment. Constructeur X is namelijk beter om in een vroeg stadium de haalbaarheid van een transformatie efficiënt te kunnen controleren, terwijl Constructeur Y eenvoudig(er) rekenwerk prima en goedkoper kan verrichten. Daarnaast gaat de voorkeur altijd uit naar een constructeur die lokaal betrokken is in relatie tot bijvoorbeeld contacten met de gemeente. De keuze wordt minder vaak op prijs gebaseerd, maar meer in hoeverre de constructeur rekenkundig, efficiënt en handig is om binnen de bestaande constructie het gewenste te realiseren tegen lagere kosten. Ook het gevoel tijdens een kennismakingsgesprek bij de diverse constructeurs speelt mee bij de keuze.
Volgens Gerard bestaat het werk van de constructeur afhankelijk van het project uit het meedenken en mee ontwerpen van de constructie binnen de context en vraagstelling in een vroeg stadium, het controleren van de bestaande constructie, het uitwerken en berekenen van de constructie en het verzorgen van de bouwvergunning in samenwerking met de architect. Daarnaast fungeert de constructeur tijdens de bouw ook als onafhankelijk adviseur bij eventuele uitvoeringsproblemen. Verder kan de constructeur juist als de aannemer nog niet aan tafel zit, bedenken hoe e.e.a. in elkaar wordt gezet. Zijn bijvoorbeeld tunnelkisten goed inzetbaar en hoe kan de inzet ervan worden gemaximaliseerd. De constructeur kan immers het meest nabij het denken van de aannemer komen.
De constructeur kan schakelen tussen theoretisch ontwerp en de praktijk en weet hoe de uitvoering het meest efficiënt kan plaatsvinden. In sommige gevallen is daarbij van belang om juist niet gelijk de rekenmachine te pakken, maar eerst in grove lijnen en op basis van inschatting het constructieve ontwerp conceptueel in teamverband tot stand te krijgen en zo tot keuzes kan komen. Dus meer op abstract niveau. In andere gevallen is de rekenmachine misschien juist wel gelijk bruikbaar. Meer toegespitst op transformaties ziet Gerard ook de toegevoegde waarde in een constructeur die op slimme wijze met praktische ingrepen toch een transformatie mogelijk maakt omdat er bijvoorbeeld extra vloerbelastingen kunnen worden gerealiseerd. Dat is in enkele gevallen van belang om het project überhaupt van de grond te krijgen. De constructeur kan daarmee dus ook een project maken of breken, alhoewel een constructeur uiteraard geen extra draagcapaciteit kan realiseren met luchtankers…..
Wezenlijke constructieve keuzes beïnvloeden uiteraard het ontwerp of project en daarmee dus ook Gerard als opdrachtgever. Hij vermeldt echter wel dat niet altijd het voorstel van een constructeur wordt opgevolgd, gelet op andere belangen in het project. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een bepaalde beukmaat die minder efficiënt is voor de constructie of tot minder repetitie leidt in een bestaand pand, maar wel met beter verkoopbare appartementen tot gevolg.
Op de vraag in hoeverre het voor- of nadelen zou opleveren als een constructeur eerder in het proces zou worden betrokken, is het antwoord helder. De constructeur wordt naar zijn mening in het ontwerpproces op het goede moment ingeschakeld. Het is alleen van belang om de juiste constructeur voor de juiste opdracht te krijgen. Zo lijkt het er dus op dat deze opdrachtgever juist op zoek is naar de verschillen tussen de constructeurs en vooral niet zou nastreven dat alle constructeurs het zelfde werk even goed kunnen verrichten. In zijn algemeenheid mist Gerard dan ook niet iets bij een constructeur. De opdracht wordt immers ‘perfect’ afgestemd op het vakmanschap van de specifieke constructeur. Verwachtingen en advies passen dan altijd goed bij elkaar.
Hoe ziet u de ultieme samenwerking in de toekomst met een constructeur in? Dé constructeur zou naar Comello’s mening in de breedte inzetbaar moeten zijn en de juiste informatie die op dat moment nodig is moeten verstrekken. Hiervoor is een proactieve houding noodzakelijk. Hij (of zij) gaat dus niet pas aan het werk als de tekeningen gemaakt zijn maar pakt zijn ontwerpers rol (op zijn vakgebied) reeds eerder met beide handen aan. Daarbij wordt gewerkt van grof naar fijn. Op dit moment verschuift het zwaartepunt van de vraag wellicht meer naar projecten met een stedelijke inpassing. Ook hiervoor geldt dat er dan een mooie puzzel ontstaat waar de constructeur zeker een bijdrage in moet leveren. Een constructeur heeft dan een voorsprong als deze met slimme, goed uitvoerbare en betaalbare trucs toch een transformatie binnen de bestaande situatie kan realiseren.
Als redactie roepen wij daarom eenieder op, om niet altijd op de gangbare paden te blijven en op zoek te gaan naar innovatieve oplossingen. Wat is jouw innovatie?