Wat is de rol van de constructeur in een digitale wereld?

door Mathew Vola

Begin november 2021 werden Mathew Vola (Arup) en Joris Hesselink (BAM) door een onafhankelijke jury uitgeroepen tot respectievelijk Constructeur van het Jaar en Talent van het Jaar. Deze jaarlijkse verkiezing wordt georganiseerd door VNconstructeurs. In een serie columns, die Cement in samenwerking met VNconstructeurs publiceert, geven beiden hun visie op een aantal belangrijke ontwikkelingen in het constructeursvak. In deze vijfde aflevering is het de beurt aan Mathew Vola.

ir. Mathew Vola
48 jaar

Werk
2001 – 2006  constructeur bij DHV
2007 – heden  achtereenvolgens constructeur, projectleider en (project)directeur bij Arup; betrokken bij diverse toonaangevende bouwwerken in Europa, Australië en Azië; duurzaamheid, innovatie en digitalisering staan daarbij centraal

Opleidingen
1994 – 2001  Bouwkunde, TU Eindhoven
2010  Chartered engineer, Engineers Australia

In de twintig jaar dat ik het vak van constructeur uitoefen, heb ik veel hulpmiddelen zien veranderen. Het tabellenboekje, de tekentafel en de faxmachine werden FEM-modellen, digitale tekeningen en e-mail. Vervolgens kwamen parametrisch ontwerpen, BIM en Sharepoint-omgevingen. In deze opeenvolgende transities is er steeds een spanning tussen de early adopters, de vaak jonge ingenieurs die enthousiast de nieuwe technieken en hun mogelijkheden uitproberen, en de laggards, de vaak wat meer ervaren vakbroeders die wat sceptisch tegenover deze verandering staan.

Een veel gehoord argument van de laggards is dat er te veel vertrouwen wordt gelegd in de nieuwe hulpmiddelen waarmee het vakmanschap van constructeur wordt verbloemd of in ieder geval niet wordt ontwikkeld. Nu is het inderdaad zo dat je bij verkeerd gebruik met een 3D-eindig-elementenmodel meer uitkomsten kunt genereren en daarmee grotere fouten kunt veroorzaken dan met een tabellenboekje. En dat je met een parametrisch model hier nog een schepje bovenop kunt doen. Elk jaar wordt de digitale gereedschapskist bovendien een beetje groter: meer en meer berekeningen worden geautomatiseerd, waarbij ook onze praktische kennis meer en meer wordt vastgelegd in digitale systemen.

Toepassing van deze systemen is niet voor iedereen weggelegd en uitkomsten moeten zeker niet zomaar blind worden geloofd. Echter bij juist en dus doordacht gebruik leidt deze digitalisering tot significante kwaliteitsverbetering en tijdsbesparing. Een tijdsbesparing die we vervolgens in verbetering van het ontwerp kunnen stoppen.

Er is een brede consensus dat de digitale transitie nog wel even doorzet. De vraag die opkomt is of de computer het vak van de constructeur gaat overnemen en of we in de toekomst nog wel relevant zijn. Ofwel: wat is de rol van de constructeur in een digitale wereld?

Meer en meer onderdelen van ons werk zullen worden geautomatiseerd. Een deel van onze huidige scope komt daarmee te vervallen. Een computer is simpel gezegd beter in het uitvoeren van berekeningen en kan deze sneller, nauwkeuriger en consistenter uitvoeren dan een mens dit kan. Hierdoor zal de balans tussen human intelligence (HI) en artificial intelligence (AI) voorlopig blijven verschuiven in het voordeel van het laatste.

Vooralsnog is de computer echter voornamelijk een uitvoerende dienst, die alleen de berekeningen uitvoert die door mensen worden opgedragen, op een wijze die door mensen wordt voorgeschreven. Of dit nu eenvoudige berekeningen zijn, complexe algoritmen of database getrainde neurale netwerken. Beoordeling van de resultaten, context, implementatie, creativiteit en innovatie blijven het domein van de constructeur. Precies hierin ligt de toekomst van ons vakgebied verscholen.

Vooralsnog is de computer voornamelijk een uitvoerende dienst, die alleen de berekeningen uitvoert die door mensen worden opgedragen

Wellicht dat in de verre toekomst computersystemen zo geavanceerd worden dat ze zelf praktische kennis kunnen gaan ontwikkelen op basis van big data, intelligente zoekfunctionaliteiten of machine learning, maar dit is voorlopig nog niet aan de orde. Voor de toekomst van ons vakgebied is het dus belangrijk de nadruk te leggen op de onderdelen, waarbij er een synergie ontstaat tussen mens en computer. We zullen hiervoor een transitie moeten doorvoeren waarbij we onze mensen niet langer opleiden als specialisten of T-shaped professionals, dus vakmensen met een diepgaande, vaak enkelvoudige specialisatie die naar verloop van tijd mogelijk meer generalistische taken oppakken in projectmanagement of leiderschap. In plaats hiervan moeten we de ontwikkeling van key-shaped professionals stimuleren, waarbij iedereen zich ontwikkelt op meerdere vakgebieden, ieder met een specifieke diepgang naar keuze. Als verschillende tanden van een sleutel dus.

Voor de constructeur blijft het uiteraard belangrijk om een diepgaand begrip te hebben van de werking van hoofddraagconstructies. Waarom blijven ze staan en wat zijn de risico’s op instorting of schade? Hiernaast denk ik dat de moderne constructeur zich in toenemende mate op een aantal aanpalende vakgebieden of vaardigheden moeten ontwikkelen, zoals:

Duurzaamheid
Wat is de milieu-impact, het adaptieve vermogen, de circulariteit en het effect op (of de kans voor) biodiversiteit van de hoofddraagconstructie? Hoe kan je als constructeur hier invloed op uitoefenen? Kritisch leren denken is van belang. Dat een bepaalde som goed wordt uitgevoerd kunnen we in toenemende mate aan de computer overlaten. Welke berekening de meest duurzame oplossing verschaft is steeds meer het werkveld van de constructeur.

Modeleren, programmeren en optimaliseren
Hoe kunnen we beter worden in de aansturing van computers en hoe kunnen we de resultaten beter beoordelen?

Materiaal en productontwikkeling
Hoe kunnen we nieuwe duurzame materialen en producten ontwikkelen en inzetten?

Innovatie
Hoe kunnen we onze creativiteit aanwenden om nieuwe manieren te bedenken die aan de vraagstukken van deze tijd voldoen? Is het mogelijk om hiermee innovatie in ons vakgebied versnellen?

Adviesvaardigheden
Hoe kunnen we onze diensten beter voor het voetlicht brengen en hiermee innovatie stimuleren?

Bij Arup zijn we al enige tijd bezig met de ontwikkeling van deze key-shaped professionals en plukken hier nu al de vruchten van. Bij universiteiten en hogescholen zien we echter nog grote verschillen in het aanbod, maar begint de transitie langzaam maar zeker ook vorm te krijgen.

De toenemende holistische benadering, creativiteit en innovatiekracht kunnen we aanwenden voor proactievere houding in het proces. Dus ons in grotere mate positioneren als vertrouwde adviseur die oplossingen voorstelt die passen in de context, in tegenstelling tot de specialist die constructies uitrekent binnen al gestelde randvoorwaarden. Zetten we hier op in, dan denk ik dat er voor de constructeur een mooie toekomst in het verschiet ligt.

Dit artikel is ook gepubliceerd op www.cementonline.nl

Deel deze pagina

Scroll naar boven