Wat is ‘groen’ en wat is ‘niet meer doen’?

In mei 2023 werden Hans de Wit (Royal HaskoningDHV / TEC) en Niki Loonen (ABT) door een onafhankelijke jury uitgeroepen tot respectievelijk Constructeur van het Jaar en Koploper Duurzaamheid. Deze jaarlijkse verkiezing wordt georganiseerd door VNconstructeurs. In een serie columns in Cement geven beiden hun visie op een aantal belangrijke ontwikkelingen in het constructeursvak. In deze aflevering is het de beurt aan Niki Loonen.

Sinds ik door VNconstructeurs werd uitgeroepen tot ‘Koploper Duurzaamheid’, krijg ik nog vaker de vraag wat een goede eerste stap is om beton duurzamer toe te passen. En hoewel er heel veel verschillende zaken moeten worden opgepakt, is er wat mij betreft één topprioriteit: het toepassen van beton met minder CO2-impact. Daarbij kies ik er vrij ongenuanceerd voor om beton onder 120 kg/m3 CO2-uitstoot per kuub zondermeer ‘groen’ te noemen en boven 280 kg/m3 in de categorie ‘niet meer doen’ te plaatsen.

Er is wat mij betreft één topprioriteit: het toepassen van beton met minder CO₂-impact

Ik voel natuurlijk de reacties al aankomen: alle beton en uitstoot is fout. Voor die opvatting heb ik begrip. Ook zullen mensen zeggen dat de grens van 120 of 280 kg CO2 arbitrair is en te strikt voor sommige toepassingen. Ook daar is wellicht iets voor te zeggen, maar ik hoop dat inzicht met deze column deels te kunnen weerleggen.

De CO2-impact van beton wordt vooral door het bindmiddel cement bepaald. Maar ook de winning en transport van grondstoffen en de verwerking op centrales en in fabrieken heeft invloed. Uit beschikbare data volgt dat het gemiddelde betonmengsel in Nederland een CO2-impact heeft van circa 200 kg/m3. Uit eigen ervaring weet ik dat eigenlijk elk type beton te produceren is met minder uitstoot. En onder die waarde doe je het al best wel goed. Waar nu nog beton met een hogere uitstoot wordt toegepast, is dat deels uit onachtzaamheid en deels omdat er bouw- of productiemethoden worden toegepast die zo snel mogelijk moeten worden afgebouwd. Denk daarbij aan koude tunnelbouw in de winter en dubbelstorts in prefab-betonfabrieken zonder verwarmde verhardingskamers.

De waardes van 120, 200, 280 kg CO2/m3 betreffen de impact van het materiaal beton. In de beschrijving van de Levens Cyclus Analyse (LCA) gaat het om de onderdelen A1 t/m A3, ofwel de productiefase. Voor alle producten met een beschikbare Environmental Product Declaration (EPD), is deze waarde bekend. Bijvoorbeeld met de Ontwerptool Groen Beton van Betonhuis kan deze waarde goed worden bepaald. Of je nu in de GGW werkt, waar de Milieu Kosten Indicator (MKI) ingeburgerd begint te raken, of in de utiliteitsbouw met de bekende Milieu Prestatie Gebouw (MPG), uit al deze berekeningen is de CO2-impact van beton af te leiden. Hoewel in weinig van de MKI/MPG- berekeningen beton met meer dan 200 kg CO2 per kuub wordt toegepast, is de praktijk anders. Het is dus belangrijk dat van iedere kuub toegepast beton vast komt te staan wat de CO2-impact werkelijk is, óók als een product relatief minder beton verbruikt.

De argumenten waarom we toch nog even ‘fout’ beton (moeten) toepassen ken ik; hoge sterktes, lange levensduur, etc. Uit proeven en onderzoek blijkt echter dat met bijvoorbeeld verbeterde korrelpakking, langeduursterkte, lagere water-cementfactoren, gebruik van microsilica etc. ook onder 200 kg CO2/m3 beton met zeer hoge sterktes en een lange levensduur kan worden geproduceerd. Het goedkope beton van nu zal daarmee in specifieke gevallen wat duurder worden. De duurzame meerwaarde van een hogere sterkte en langere levensduur rechtvaardigt echter een hogere prijs.

En natuurlijk begrijp ik ook dat het onhoudbaar is dat dat duurzaam beton voor het overgrote deel met hoogovenslak wordt geproduceerd. Als de hoogovens sluiten is die grondstof immers niet meer beschikbaar. Bovendien beperken we met de huidige import nu al de mogelijkheid om in andere landen beton te verduurzamen. Het gevolg zal zijn dat de vraag naar hoogovenslak het aanbod ruimschoots overtreft en de prijs de pan uitrijst. Op dat moment zal de productie van alternatieven, zoals natuurlijke en gecalcineerde puzzolanen, die in de cementnorm EN-197 genoemd staan, worden opgeschaald. Denk daarbij aan vulkanisch as, gemalen lavasteen en gecalcineerde klei. Ook van die materialen is al proefondervindelijk vastgesteld dat ze geschikt zijn voor productie van beton met een CO2-impact onder 200 of 120 kg CO2/m3

Foto 2. Niki Loonen was nauw betrokken bij de ontwikkeling van een CO2-vriendelijk hybride betonmengsel voor Voorbij Prefab, foto: ABT / Jacques Kok
Foto 2. Niki Loonen was nauw betrokken bij de ontwikkeling van een CO2-vriendelijk hybride betonmengsel voor Voorbij Prefab, foto: ABT / Jacques Kok

De technologie om CO2-neutraal of -negatief beton te produceren is in ontwikkeling; door het afvangen van CO2 of door CO2 op te slaan in mineralen die in beton kunnen worden verwerkt. De eerste kleine volumes zijn al in 2024 beschikbaar. Het tempo waarin deze en andere technologieën worden opgeschaald, zal afhangen van de vraag naar steeds duurzamer beton. En hoewel ik het niet propageer, is er dus ook voor degene die graag beton met alleen portlandcement en primair zand en grind wil blijven produceren, een perspectief. Technologieën als afvang en opslag van CO2 zullen bij toepassing ervan verder worden opgeschaald, vermoedelijk wel tegen een hoge prijs.

Het is inmiddels vier jaar geleden dat ik in mijn blog vroeg “Wie doet er mee…?”, gericht op het stimuleren van de verduurzaming van beton. Vandaag herhaal ik die vraag, zij het dat ik het nu bedoel als een oproep: “Wie doet er mee met het toepassen van steeds ‘groener’ beton?”

Curriculum Vitae ir. Niki Loonen

ing. Niki Loonen
47 jaar

Werk
1999 – heden   ABT
1997 – 1998     KEMA Consulting

Opleiding
1993 – 1997     Civiele Techniek, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nevenwerkzaamheden
2018 – heden   Docent betonvereniging
2022 – heden   Arbiter bij de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen 

Deel deze pagina

Meer weten over dit onderwerp?

Scroll naar boven