‘Bij duurzaamheid verder kijken dan de eerste euro’

De vraag of duurzaamheid geld kost of juist oplevert, blijkt nog altijd actueel. Tijdens de bijeenkomst ‘Duurzaam is niet duur’ op 30 september ging de commissie Duurzaamheid met de aanwezige constructeurs, ontwerpers en ontwikkelaars op zoek naar antwoorden. Want één ding stond buiten kijf: duurzame keuzes in constructie en materiaalgebruik zijn onvermijdelijk – de vraag is alleen hóé je ze onderbouwt.

De middag trapte af met een oproep om voorbij het prijskaartje te kijken. “We moeten leren het gesprek over kosten te verbreden naar waarde,” stelde dagvoorzitter Maartje Dijk (Witteveen+Bos). “Een duurzame constructie gaat niet alleen over minder uitstoot, maar ook over comfort, toekomstwaarde en restwaarde.”

Friso Hendriks, senior ontwikkelaar bij Dura Vermeer Commercieel Vastgoed, beet het spits af. Hij liet zien hoe lastig het is om een businesscase met een hoge duurzaamheidsambitie sluitend te krijgen. Maar ook dat dit zeker niet onmogelijk is. “De sleutel ligt in toegevoegde waarde: een gezonder gebouw, lagere energielasten, beter imago en een hogere huurderstevredenheid. Dat betaalt zich terug. De traditionele rekensommen zijn daar alleen nog niet altijd op ingericht.”

De prijs van CO₂

Gerbert van Oosterom, senior cost manager bij Haskoning, bracht vervolgens de cijfers in beeld. “De constructie maakt ongeveer twintig procent van de bouwkosten uit, maar is verantwoordelijk voor veertig procent van de CO₂-uitstoot,” rekende hij voor. “Daar moeten we dus echt iets mee.”

Volgens Van Oosterom is het cliché dat hout duurder is dan beton of staal inmiddels achterhaald. “De prijzen van beton en staal zijn de afgelopen jaren sterk gestegen door energie- en transportkosten, grondstofschaarste en emissierechten. Hout bleef vrij constant. De markt ontwikkelt zich snel. Het omslagpunt komt er echt aan.”

Bovendien wijst hij op een belangrijk nieuw inzicht: circulaire constructies hebben restwaarde. Met de Circulaire Restwaarde Methodiek kan die waarde nu gestandaardiseerd worden meegenomen in financieringsbeslissingen. “Dat verandert de businesscase fundamenteel,” benadrukte Van Oosterom.

Staal uit de donorbank

Dat duurzaamheid ook letterlijk uit oude materialen kan worden opgebouwd, lieten Gino Obdam en Jan Smit van Vic Obdam zien. Hun bedrijf past op grote schaal hergebruikt staal toe. En dat blijkt dus economisch gezien verrassend gunstig. “De prijs van hergebruikt staal ligt in de praktijk vaak maar een paar procent hoger dan nieuw staal, mits je gebruikmaakt van gangbare profielen,” vertelde Smit. “En het milieueffect is enorm.”

Paneldiscussie: verschuivende waardes

In de afsluitende paneldiscussie was er volop ruimte voor het debat. Onder leiding van Maartje Dijk werd de stelling ‘Duurzaamheid is niet duur’ tegen het licht gehouden. Voor Vic Obdam gaat die vlieger zeker op als het om donorstaal gaat. Houtbouw is nog iets duurder, maar dat lijkt volgens de sprekers een kwestie van tijd. “Grondstoffen raken op,” waarschuwde Friso Hendriks. Van Oosterom voegde daaraan toe: “Het is eigenlijk vreemd dat arbeid zwaar wordt belast en grondstoffen nauwelijks. Als we dat omdraaien, verschuift het speelveld vanzelf.”

Deel deze pagina

Meer weten over dit onderwerp?

Scroll naar boven