De arbeidsmarkt voor constructeurs is krap. Daar hoeven we niemand meer van te overtuigen. Voor veel bureaus is het een dagelijkse realiteit: opdrachten stapelen zich op, goede mensen zijn schaars, en de concurrentie om talent is stevig. Binnen VNconstructeurs bereiken ons dan ook steeds vaker geluiden van leden die zien hoe hun medewerkers actief worden benaderd door collega-bureaus en detacheringsbureaus. Soms subtiel, soms ronduit agressief.

Tot op zekere hoogte is dat te begrijpen. We vissen immers met z’n allen in dezelfde vijver. En mensen zijn vrij om van baan te wisselen. Toch rijst de vraag: hoe ga je daar als bureau mee om? Welke morele grenzen zijn er, als het gaat om het benaderen van elkaars medewerkers? En hoe kunnen we als sector voorkomen dat we elkaar de tent uit concurreren op een manier die de sector als geheel juist kwetsbaarder maakt?
Als vereniging erkennen we dat de mogelijkheden om in te grijpen beperkt zijn. Het is niet aan ons om regels op te leggen of gedrag af te dwingen. Maar dat ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid om het gesprek hierover te voeren. Vrijheid op de arbeidsmarkt betekent niet dat alles zomaar moet kunnen. Ethiek speelt ook hier een rol. Elkaar respecteren als collega’s betekent ook: je afvragen of je wervingspraktijken bijdragen aan een gezonde sector, of dat ze vooral schade berokkenen.
Het wegkopen van personeel is niet alleen moreel soms discutabel, het is ook geen duurzame oplossing. Er zijn alternatieven die wél bijdragen aan een robuustere sector. Zo spreken we binnen VNconstructeurs al over de mogelijkheden van collegiale inleen en uitleen van personeel. Dat vraagt om vertrouwen, goede afspraken en een open houding, maar het kan ook zorgen voor meer flexibiliteit en minder druk op het personeelsbestand van individuele bureaus.
Natuurlijk is dit geen toverformule. Zo heeft bijvoorbeeld niet elk bureau mensen beschikbaar om uit te lenen. En ook leent niet elk project zich voor tijdelijke inzet van externen. Maar het is een denkrichting die we als vereniging willen blijven verkennen. Juist omdat samenwerking, in tijden van krapte, sterker maakt dan concurrentie alleen.
Laten we samen blijven zoeken naar vormen van samenwerking die verder gaan dan het eigen bureau. Zodat we niet alleen nú de projecten aankunnen, maar ook over vijf, tien of twintig jaar trots kunnen zijn op een sterke, integere sector.
Deel deze pagina
Meer weten over dit onderwerp?
![]() | Jack Smeets |