Gerbert van Oosterom (Haskoning) over kosten, keuzes en de waarde van duurzaamheid
Waarom bouwen we in Nederland eigenlijk nog altijd zo veel in beton? Voor Gerbert van Oosterom, senior cost manager bij Haskoning, is dat een vraag die rechtstreeks naar de kern van duurzaamheid leidt. “Ik vermoed dat het teruggaat naar de naoorlogse periode. Toen was er een enorme woningnood, en de oplossing lag in standaardisatie: snel, goedkoop en veel. Beton was hét materiaal. Maar dat denken zit er zestig, zeventig jaar later nog steeds ingebakken.”
Op dinsdag 30 september is Van Oosterom een van de sprekers tijdens de bijeenkomst ‘Duurzaam is niet duur’ van VNconstructeurs. Vanuit zijn kostendeskundige blik wil hij laten zien dat er binnen traditionele kaders al veel meer mogelijk is dan vaak wordt gedacht. En daarmee dus ook dat de omslag naar duurzamere materialen en circulaire constructies dichterbij is dan menigeen vermoedt.
Radicaal
Volgens Van Oosterom hoeft duurzaamheid niet altijd radicaal anders te zijn. “Je kunt met conventionele middelen al stappen zetten. Een ander type beton, met hergebruikte grondstoffen, kost misschien drie of vier euro per kubieke meter extra. Op de totale bouwsom praat je dan over minder dan één procent. Dat zijn geen bedragen die echt het verschil maken, maar je zet er wel een stap mee richting duurzamer bouwen.”
Tegelijk ziet hij de noodzaak van grotere veranderingen. “Willen we echt verschil maken, dan moet je ook kijken naar andere materialen en nieuwe bouwmethoden, zoals hout of losmaakbare constructies. Maar om die beweging te maken, is het belangrijk dat constructeurs en opdrachtgevers beter zicht krijgen op de kosten en de waarde die zulke keuzes opleveren.”
Prijzen
Als cost manager wil Van Oosterom de discussie voeden met feiten en cijfers. “Het idee dat houtbouw altijd duurder is, hoor ik nog vaak. En eerlijk is eerlijk: dat was vijftien jaar geleden ook zo. Maar inmiddels lopen de prijzen van beton en staal op door schaarste aan grondstoffen, terwijl hout zich stabiliseert of zelfs goedkoper wordt. Het kantelpunt komt dichterbij. Dat laat zich vergelijken met de ontwikkeling van zonnepanelen: ooit duur en niche, nu mainstream en betaalbaar. Voor hout verwacht ik een vergelijkbare beweging.”
Dat inzicht kan volgens hem het verschil maken in gesprekken met opdrachtgevers. “Constructeurs zijn nog te vaak volgend op wat een architect tekent. Moet het initiatief voor een constructie van hout niet juist vanuit de constructeur komen? Kosten kunnen juist een prikkel zijn om anders te denken. Met andere woorden, als je kunt aantonen dat duurzaam niet duurder hoeft te zijn, kom je in beweging.”
Restwaarde
Een belangrijk thema in zijn presentatie is het begrip restwaarde. Van Oosterom: “We zijn gewend om gebouwen in de boekhouding af te schrijven naar nul. Maar als je circulair bouwt of losmaakbaar met herbruikbare materialen, behoudt een constructie waarde. Recent heeft het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs gezegd dat taxateurs bereid zijn die restwaarde mee te nemen in de financiële administratie. Dat betekent dat een gemeente of opdrachtgever een gebouw straks niet hoeft af te schrijven naar nul, maar naar bijvoorbeeld 90 procent van de initiële waarde. Daarmee worden de kapitaallasten lager en ontstaat er ruimte om aan de voorkant juist méér te investeren in een duurzaam ontwerp.”
Dat mechanisme kan in zijn ogen een vliegwieleffect hebben. “Als opdrachtgevers zien dat hun balanspositie sterker blijft door circulair te bouwen, kan het financiële argument juist in het voordeel van duurzaamheid gaan werken. Dan wordt ‘duurzaam is niet duur’ opeens heel concreet.”
Tegelijkertijd merkt Van Oosterom dat de belangstelling vanuit de sector nog achterblijft. “Er zijn altijd koplopers die zich volop in houtbouw of circulaire constructies storten, maar de grote middenmoot denkt nog in beton en staal. Soms uit onbekendheid, soms uit angst voor risico’s of simpelweg omdat ze het altijd zo gedaan hebben. Maar precies daarom is deze bijeenkomst zo belangrijk: we moeten laten zien dat het kan, met voorbeelden en harde cijfers.”
Inzicht
Tijdens de bijeenkomst wil Van Oosterom vooral inzicht bieden. “Ik wil laten zien waarom we bouwen zoals we bouwen, welke mogelijkheden er nu al zijn binnen traditionele kaders, en waar de omslagpunten liggen in kosten en waarde. En ik wil laten zien dat duurzaamheid geen abstract ideaal is, maar iets wat je concreet kunt doorrekenen en meenemen in gesprekken met opdrachtgevers.”
Hij hoopt op een open discussie met zowel voorstanders als sceptici. “Juist de kritische vragen maken het interessant. Als we kunnen laten zien dat duurzame keuzes niet alleen goed zijn voor het klimaat, maar óók financieel steeds beter uitpakken, dan zetten we samen de volgende stap.”
Aanmelden
De lezing van Van Oosterom en de twee andere sprekers bijwonen? Meld je dan snel aan via deze link. Er zijn nog maar een paar stoelen vrij.
De bijeenkomst ‘Duurzaam is niet duur’ vindt dinsdag 30 september plaats Bij Witteveen+Bos, Daalsesingel 51c, 3511 SW Utrecht.
Deel deze pagina
Meer weten over dit onderwerp?
![]() | Nils Roovers |