Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de instorting van de hellingbanen van de parkeergarage in Nieuwegein is recent uitgebracht. Het rapport bevat nuttige, maar ook deels bekende conclusies. Risico’s worden doorgeschoven, de keten van verantwoordelijkheid is onduidelijk en er zijn geen heldere afspraken om de veiligheid hoog te houden. Een wettelijk kader waarin de eindverantwoordelijkheid van de hoofdconstructeur of coördinerend constructeur is opgenomen, moet volgens de Onderzoeksraad in de toekomst soelaas bieden.
In het rapport komt naar voren dat er in het ontwerpproces van de garage al te weinig aandacht was voor de hellingbanen. De gekozen constructie was ondanks de toegepaste standaardcomponenten uniek. Ook in de uitvoering was het interne toezicht onvoldoende gericht op deze hellingbanen. Het onderzoeksteam krijgt niet boven water wie contractueel precies verantwoordelijk was voor controle en toezicht. De Onderzoeksraad gaf aan dat het door gebrek aan eenduidige documentatie onmogelijk was om precies te achterhalen op welk moment en op welke plek in het proces het is misgegaan. Deze uitkomsten wijzen op structurele problemen in het werkveld die al eerder door verschillende partijen zijn aangekaart.
Essentiële oplossingen
Daarom koos de raad ervoor haar conclusies niet uit te stellen tot het allerlaatste detail was onderzocht. De essentie lag volgens de raad namelijk al vast: het ontbreken van een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden én het slecht bijhouden van wijzigingen, reparaties en versterkingen. Als oplossing pleit de raad voor een wettelijk kader waarin onder andere geregeld wordt dat een eindverantwoordelijk hoofdconstructeur of coördinerend constructeur per project wordt aangewezen, en het systematisch opbouwen van een bouwdossier. Of en hoe dat wettelijk kader precies vorm krijgt, ligt nu bij de minister, die voor het einde van dit jaar moet reageren op de aanbevelingen.
VNconstructeurs onderstreept urgentie
Directeur van VNconstructeurs Bob Gieskens herkent de analyse en conclusies in het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Cobouw interviewde Gieskens en Frank Maatje recentelijk over hun visie op de bevindingen. In een toelichtende reactie op dit interview stelt Gieskens: “De Raad constateert dat de sector de afgelopen jaren gezamenlijk een aantal goede initiatieven heeft genomen. Zij constateert echter ook dat de implementatie nog niet voldoende van de grond komt en roept de overheid op de sector door middel van een wettelijk kader te ondersteunen. Die oproep onderschrijft VNconstructeurs.”
Dat ontslaat de sector niet van het nemen van de eigen verantwoordelijkheid. De stappen die de afgelopen jaren binnen het programma Veiligheid in de Bouw zijn gezet, worden samen met bouwbedrijven en opdrachtgevers voortgezet. Gieskens geeft als voorbeeld: “Bij de verbouwing van het Binnenhof, maar ook op andere projecten, wordt de eindverantwoordelijke coördinerend constructeur al actief ingezet, en de ervaringen hiermee worden actief uitgedragen. En ook de BRL5022 die eisen stelt aan de invulling van controle en dossiervorming, is verder in opkomst.”
Eerste stap
VNconstructeurs pleit al langer voor een wettelijk kader. De verplichte APK van publieke gebouwen is een eerste concrete stap in de richting om de constructieve veiligheid te kunnen garanderen. Na de instorting van het dak van het AZ-stadion in Alkmaar is deze maatregel van de grond gekomen. De instorting van de parkeergarage in Eindhoven en de Wilhelmina toren in Valkenburg onderstrepen de noodzaak van het wettelijk kader verder.
Uniek geval
Gieskens is in elk geval opgelucht dat uit het rapport blijkt dat de toegepaste hellingbaanconstructie in Nieuwegein een uniek geval was. De parkeergarage was opgebouwd uit kanaalplaten met een hoekprofiel op stalen kolommen. Volgens het onderzoek leefde bij betrokkenen van de bouw de indruk dat deze constructie standaard was, terwijl uit onderzoek van Haskoning blijkt dat er in heel Nederland geen vergelijkbare hellingbanen zijn aangetroffen. Een grootschalige inspectieronde zoals destijds na de instorting in Eindhoven lijkt daardoor overbodig.
Inhoud uitwerken
Om nieuwe incidenten zoals in Nieuwegein te voorkomen, is volgens Gieskens vooral een duidelijke taakverdeling essentieel. “De kern van de borging van constructieve veiligheid ligt in het voorkomen van versnippering en het eenduidig beleggen van de eindverantwoordelijkheid,” stelt hij. “Met voldoende mandaat en bijbehorende beheersmaatregelen en aansprakelijkheid.” Toch is hij allerminst verrast door de aanbevelingen van de raad, ze sluiten aan bij eerder geschetste knelpunten.
VNconstructeurs werkt, als lid van de Stuurgroep Veiligheid in de Bouw, intensief aan een concrete invulling van het wettelijk kader. “Onze visie op inhoud en uitwerking van het wettelijk kader moet nog worden uitgewerkt. De verplichting van een bouwdossier en de aanstelling van een coördinerend constructeur per project zijn wat ons betreft goede stappen die kunnen worden meegenomen,“ stelt Gieskens. “Maar we moeten het met de hele keten doen, van opdrachtgever tot en met de aannemer. Elke verandering moet door partijen in de keten gezien en geaccepteerd worden.”
Meer informatie
Het interview met Gieskens en Maatje is te lezen in de Cobouw.
Het onderzoeksrapport is gepubliceerd op de website van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Deel deze pagina
Meer weten over dit onderwerp?
![]() | Bob Gieskens |