Samen de regie terugpakken: de constructeur aan zet

Tweegesprek met Willem van Dijk (Heijmans) en Rudi Roijakkers (Lüning bv)

Wat gebeurt er als een constructeur wel zijn advies geeft, maar niemand zich er werkelijk aan gebonden voelt? Als risico’s worden doorgeschoven, verantwoordelijkheden worden verdeeld en fouten pas jaren later aan het licht komen? Volgens Willem van Dijk, directeur Building Technology bij Heijmans, is dit het dagelijks patroon in de bouw. In een veelbesproken column schreef hij: “Een advies is maar een advies, en dat is nu juist het probleem.” Constructeurs, stelt hij, laten zich te vaak terugdringen tot de rol van rekenmeester zonder mandaat. Zodra het spannend wordt, trekken ze zich terug, want risico betekent aansprakelijkheid, en dat is voor weinigen aantrekkelijk.

Rudi Roijakkers, senioradviseur bij Lüning bv en bestuurslid van VNconstructeurs, herkende zich deels in de kritiek, maar schoof ook een bredere verantwoordelijkheid naar voren. In zijn reactie stelde hij: “Een hogere aansprakelijkheid is niet het probleem, zolang we maar voldoende beheersmaatregelen nemen. Dáár ligt de sleutel: in betere controle, meer kennis, betere afspraken én professionele tegenspraak. Maar dat heeft wel een prijskaartje.”

In een openhartig tweegesprek reflecteren zij op het krachtenveld waarin constructeurs vandaag de dag opereren. Hun centrale boodschap: de sector is iets kwijtgeraakt maar we zijn bij machte om dat terug te winnen. Hoe? Simpel, door opnieuw de regie te pakken.

Versnipperde verantwoordelijkheid

De bouw is versnipperd geraakt. Ontwerp, engineering, uitvoering, levering van onderdelen, controle en beheer, zo’n beetje elk aspect is bij een andere partij ondergebracht. En daarmee zijn ook verantwoordelijkheden uit elkaar getrokken. Wie is er nog eindverantwoordelijk als het fout gaat? “Twintig, dertig jaar geleden wist je precies wie de bouwheer was,” zegt Van Dijk. “Nu heeft ieder zijn eigen pakketje. Wat er vaak ontbreekt, is samenhang. En die samenhang moet je juist organiseren. Dat is bij uitstek een rol voor de constructeur.”

Roijakkers herkent het gevaar van de versnippering: “We zien in projecten steeds vaker dat iedereen zich verschuilt achter het contract. ‘Dit is niet onderdeel van mijn scope’, ‘Dat is van de installateur’, of ‘De leverancier bepaalt dit’. Het gevolg is dat niemand zich verantwoordelijk voelt voor het geheel.”

Volgens beide heeft de opkomst van industriële processen in de bouw en de bijbehorende splitsing van taken, geleid tot een systeem waarin het overzicht zoek is. “De enige manier om dat te herstellen,” zegt Roijakkers, “is door iemand aan te wijzen die de integrale constructieve verantwoordelijkheid draagt. Dat is de coördinerend constructeur, als het gaat om de laatste fases van ons bouwproces. We moeten de rol van de ontwerpend constructeur hierbij dan ook niet uit het oog verliezen. Maar het moet wel door opdrachtgevers worden uitgevraagd, zodat het geen speelbal wordt van concurrentie.”

De rol van de verzekeraar

Naast de versnippering speelt ook de groeiende invloed van verzekeraars een rol. Roijakkers: “Als constructeur ben je tegenwoordig niet alleen verantwoordelijk voor je eigen werk, maar wij worden soms aansprakelijk gesteld voor onderdelen waar we alleen maar aan hebben meegekeken, maar niet verantwoordelijk voor waren. Toch word je dan in het spel gezogen. Dat leidt tot een krampachtige houding binnen bureaus: doe vooral niet méér dan waarvoor je gecontracteerd bent, anders loop je risico.”

Die angstcultuur ondermijnt het vakmanschap. En ze voedt een markt waarin constructieve veiligheid niet langer leidend is, maar een bijzaak die juridisch moet worden dichtgetimmerd. “Dat is niet gezond,” concludeert Van Dijk. “Zeker niet in een sector waar fouten verstrekkende maatschappelijke gevolgen kunnen hebben.”

Mandaat

Juist in dit speelveld is professionele tegenspraak essentieel. Niet als hindernis, maar als kwaliteitssysteem. “Als je als constructeur iets signaleert, moet je dat kunnen zeggen,” vindt Roijakkers. “Sterker nog: dan móet je dat zeggen. Maar dan moet het mandaat daar ook naar zijn. Constructieve veiligheid begint bij het vermogen om te zeggen: dit klopt niet en het mandaat te hebben hier iets aan te doen”

Van Dijk sluit zich daarbij aan: “Er is genoeg vakkennis in huis. Maar het systeem moet zo zijn ingericht dat de constructeur ook echt gehoord wordt. En dat zijn mandaat serieus wordt genomen.” Dat begint al bij de opgave van een honorarium, vinden beide heren. “Maak expliciet wat er wél en wat er níet in zit, dit laatste is zeker van belang om de verwachtingen goed te kunnen managen. En laat zien wat extra beheersmaatregelen kosten. Dan dwing je opdrachtgevers om bewuste keuzes te maken en voorkom je dat veiligheid per ongeluk buiten beeld raakt.”

Oproep tot leiderschap

Wat moet er dan veranderen? Volgens Van Dijk en Roijakkers is er maar één echte oplossing: leiderschap. Zowel bij constructeurs als bij opdrachtgevers. “Je kunt niet alles afdekken met contracten er moet een blindelings vertrouwen zijn,” zegt Van Dijk. Roijakkers: “Je hebt mensen nodig die hun verantwoordelijkheid nemen. Die zeggen: dit is mijn rol, ik pak hem, en ik sta ergens voor.” Dat betekent ook: nee durven zeggen als je rol niet serieus wordt genomen. “Maar ja, dan moet je wel werk overhouden,” zegt hij nuchter. “En dat is voor veel bureaus een spanningsveld.”

Toch geloven beiden dat het anders kan én moet. Van Dijk: “We kunnen deze verantwoordelijkheid niet blijven afschuiven. Als sector hebben we zelf het gezag en zoals al gezegd het vakmanschap in huis. We moeten dat alleen weer opnieuw activeren. Door niet weg te lopen, maar op te staan.” Roijakkers sluit af: “De afgelopen twintig jaar zijn we iets kwijtgeraakt. Maar we zijn bij machte om dat terug te pakken. Laten we zorgen dat over vijf jaar niemand meer zegt: ‘Ik wist niet wie er verantwoordelijk was’. Want dan zijn we echt verder gekomen.”

Meer weten?

Deze discussie past binnen de bredere oproep van VNconstructeurs om de rol van de constructeur in de bouwketen te versterken en constructieve veiligheid centraal te zetten. Wil je als lid bijdragen aan deze beweging of meepraten over de toekomst van het vak? Neem contact op via ln.sruetcurtsnocnvobfsctd-9036c2@ofni.

Deel deze pagina

Meer weten over dit onderwerp?

Scroll naar boven