‘Constructieve veiligheid begint bij regie’

Wat als het écht misgaat? Als een kraan omvalt, een vloer instort, of een gevel bezwijkt? Dan klinkt steevast de vraag: wat was de oorzaak? En te vaak blijft het antwoord vaag. Versnipperde rollen, onduidelijke mandaten, een gebrek aan eigenaarschap: het zijn structurele risico’s in de bouwsector.

Tijdens het Veiligheidsontbijt op vrijdag 23 mei, georganiseerd door de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB), stond precies die vraag centraal: ‘hoe borgen we constructieve veiligheid op een manier die werkt, in de praktijk én over de hele levenscyclus van een bouwwerk?’ Een volle zaal met opdrachtgevers, bouwers, constructeurs en adviseurs beet zich na het genot van een stevig ontbijt in deze vraag vast. De bijeenkomst met bijdragen van opdrachtgevers, bouwers en constructeurs leverde uiteindelijk een urgente boodschap op: veiligheid is geen sluitpost, maar vraagt om duidelijke afspraken, professioneel gedrag en constructeurs die de regie durven pakken.

Rode draad

De rode draad door het programma was helder: als we constructieve veiligheid willen borgen, dan moeten we versnippering van verantwoordelijkheden tegengaan. En dat begint bij het duidelijk beleggen van de rol van de constructeur.

Wouter Bijman, managing director van gastorganisatie Witteveen+Bos, trapte de vroege ochtend af met een persoonlijk verhaal. Hij blikte terug op het kraanongeval in Alphen aan den Rijn (2015), waarbij tijdens hijswerkzaamheden twee kranen omvielen en samen met een brugdeel op woningen en winkels terechtkwamen. Wonder boven wonder vielen er geen slachtoffers. “Het had catastrofaal kunnen aflopen,” stelde Bijman. “Wat me vooral is bijgebleven: niemand had echt de verantwoordelijkheid. Iedereen dacht dat de ander het wel had geregeld. Die versnippering is exemplarisch voor wat er misgaat in de bouw. De regie ontbreekt en daar moeten we echt wat aan doen.”

Drie perspectieven

Na het plenaire deel gingen de deelnemers uiteen in drie deelsessies, waarin het thema werd bekeken door de bril van respectievelijk de constructeur, de bouwer en de opdrachtgever.

In de deelsessie van Jack Smeets, directeur Programmabureau Aardbevingsherstel Groningen en voorzitter van VNconstructeurs, Rudi Roijakkers bestuurslid VNconstructeurs, adviesbureau Lüning, en Frank Kaalberg, bestuurslid VNconstructeurs, Witteveen+Bos, werd constructieve veiligheid vanzelfsprekend vanuit het perspectief van de constructeur bekeken. In deze deelsessie werd het debat stevig aangezwengeld. In Lagerhuisstijl bespraken de deelnemers acht stellingen over regie, aansprakelijkheid en mandaat.

Scherpe inzichten

De discussie bracht scherpe inzichten. Zo vond men het logisch dat de coördinerend constructeur een belangrijke eindverantwoordelijke rol speelt, maar blijkt het in de praktijk lastig om die verantwoordelijkheid goed te organiseren én te dragen. Een stelling die brede steun kreeg: “Hogere aansprakelijkheid vereist meer beheersmaatregelen en dus meer kosten.” Een van de deelnemers verwoordde het treffend: “Veiligheid heeft een prijs. Maar die wordt in offertes vaak niet expliciet benoemd. Laat zien wat veiligheid kost. Dan kunnen opdrachtgevers bewust kiezen en van goeden huize komen als ze daarop willen bezuinigen.” De belangrijkste conclusie? “De constructeur moet vaker de regie opeisen. Niet afwachten tot anderen het regelen, maar zelf duidelijkheid scheppen. Tegelijkertijd heeft ook de opdrachtgever hierin een belangrijke sleutelrol.”

Beperkte overdracht

Willem van Dijk, Director Building Technology bij Heijmans, legde in zijn sessie de vinger op de zere plek: gebrek aan continuïteit, beperkte overdracht tussen fasen, tijdsdruk en een geringe leercultuur. Volgens Van Dijk moet de rol van de constructeur consistenter worden belegd, niet per se bij één persoon, maar wel met goede overdracht. Ook pleitte hij voor verdere ontwikkeling van het Constructeursregister tot een gezaghebbend register met inhoudelijke autoriteit. Een interessante suggestie van Van Dijk: “Creëer virtuele omgevingen waarin je constructieve fouten leert herkennen. Daarin trainen we gedrag, bouwen we een leercultuur en verbeteren we de sector van binnenuit.”

Regie

Henrik Hooimeier directeur techniek en Technisch Management bij Rijkswaterstaat deelde het perspectief van de asset-eigenaar en opdrachtgever. Zijn boodschap: regie op constructieve veiligheid begint bij het allereerste idee en eindigt pas bij de vernieuwing of sloop. “We moeten af van de houding ‘veiligheid is niet mijn taak’. Iedere partij heeft zijn rol te spelen. De constructeur moet stevig in de schoenen staan, maar de opdrachtgever moet zorgen dat het speelveld klopt.” Hooimeier wees verder op het belang van langjarige betrokkenheid van deskundige partijen én het vooraf expliciet maken van verwachtingen. “Je kunt niet in de uitvoeringsfase ineens gaan sturen op veiligheid. Dan ben je te laat.”

De kern van de oproep, die, zo bleek uit de plenaire terugkoppeling, in alle sessies terugkwam luidt: denk niet in aansprakelijkheid, maar handel vanuit eigenaarschap. Constructieve veiligheid vraagt om een duidelijke rolverdeling, om durf om verantwoordelijkheid te nemen en om de bereidheid om fouten bespreekbaar te maken.

Belangrijk signaal

Voor VNconstructeurs is dit een belangrijk signaal. De vereniging blijft zich inzetten om de rol van de constructeur helder te positioneren en bij te dragen aan een cultuur waarin veiligheid structureel wordt meegenomen. Niet als sluitpost, maar juist als uitgangspunt. Dit is vertaald in het bijgaand overzicht van de drie-eenheid van eindverantwoordelijkheid, mandaat en aansprakelijkheid.

Download hier de presentatie van Jack Smeets tijdens de sessie van VNconstructeurs op het Veiligheidsontbijt.

Deel deze pagina

Meer weten over dit onderwerp?

Scroll naar boven